Holle marketing
Een grote (bouw)opgave en een groeiend besef van de impact die onze huidige manier van bouwen heeft op milieu en grondstoffen; geen wonder dus dat er veel aandacht is voor duurzaamheid en dus circulariteit. Bovendien, behoud van onze aarde en het voorkomen van verspilling, wie kan daar nou tegen zijn?! En dus formuleert iedereen mooie doelstellingen, publiceren partijen gelikte visiedocumenten en schieten de congressen over circulariteit als paddenstoelen uit de grond.
Leuk en gezellig, maar echt dichterbij komt de circulaire economie er niet door. Sterker nog, al dat gepraat is juist de grootste bedreiging van de circulaire economie. Want hoe meer er over gesproken wordt, hoe wolliger het begrip wordt. Overigens is het al bepaald geen eenvoudig begrip; er schijnen meer dan 114 definities te zijn. Als we niet oppassen wordt circulariteit – net als duurzaamheid – een holle marketingterm.
Een echte systeemverandering bewerkstelligen we alleen als we circulariteit meetbaar maken. Dit kan bijvoorbeeld door het registreren van materialen. Als een materiaal geregistreerd is kunnen we het volgen, en kan dus worden onderbouwd wat er gedurende de levensloop mee gebeurt. Is het materiaal elders opnieuw toegepast of via recycling teruggebracht? Of is het geëindigd in de verbrandingsoven? Dat biedt uiteindelijk de bedrijfseconomische kansen die ervoor kunnen zorgen dat de circulaire economie gaat ‘vliegen’. Als een materiaal aantoonbaar circulair en/of duurzaam is, is het meer waard. Zeker als die materialen op basis van wetgeving worden voorgeschreven. Een grotere vraag betekent hogere waarde, en dat is in het geval van hergebruikte materialen hard nodig om vaak hoge arbeidskosten te compenseren.